- kost
- {{kost}}{{/term}}1 [meervoud][wat betaald moet worden] coûts 〈m., meervoud〉2 [levensonderhoud] nourriture 〈v.〉♦voorbeelden:1 kosten koper • frais d'acquisition (à régler par l'acheteur)de kosten van levensonderhoud • le coût de la vietegen hoge kosten • à grands fraisvaste kosten • charges fixesvrij van alle kosten • tous frais payésvrij van kosten • francobijdragen in de kosten • participer aux fraisde kosten dragen • supporter les fraisveel kosten meebrengen • entraîner de grosses dépenseskosten noch moeite sparen • ne pas épargner sa peineer zijn geen kosten aan deze onderneming verbonden • cette entreprise n'occasionne pas de fraisde kosten eruit halen • rentrer dans ses fraisiemand op kosten jagen • pousser qn. à la dépenseop kosten van het rijk, van de zaak • aux frais de l'Etat, de l'entrepriseniet op de kosten kijken • ne pas regarder à la dépenseop iemands kosten leven • vivre aux crochets de qn.uit de kosten zijn • être sorti des frais〈spreekwoord〉 de kost gaat voor de baat uit • pour gagner de l'argent, il faut en dépenser2 kost en inwoning • le vivre et le couvertde dagelijkse kost • l'ordinaireeenvoudige kost • cuisine simple〈figuurlijk〉 dat is al oude kost • c'est du réchauffézware kost • aliments bourratifsde kost verdienen • gagner sa vieik zou ze niet graag de kost willen geven, die … • ceux qui … sont légionaan de kost komen • gagner sa viebij iemand in de kost zijn • être en pension chez qn.wat doe jij voor de kost? • qu'est-ce que tu fais dans la vie?doe jij ook eens wat voor de kost! • mets la main à la pâte!¶ het gaat ten koste van zijn gezondheid • c'est au détriment de sa santéten koste van zijn leven • au prix de sa viegeestig zijn ten koste van iemand anders • faire de l'esprit aux dépens de qn.
Deens-Russisch woordenboek. 2015.